Rischa Tesson-Kieft

"Later begon het te kriebelen en toen dacht ik: wat als ik toch in het onderwijs was gaan werken?”
Rischa Tesson-Kieft is docent Frans op Oscar Romero. Dat had ze eigenlijk op de havo al bedacht, maar ze nam een omweg door eerst iets anders te doen. Na 17 jaar startte ze alsnog aan de lerarenopleiding en inmiddels staat ze al tien jaar voor de klas.

Rischa, hoe ben jij voor de klas terechtgekomen?

“Toen ik op de havo zat, had ik eigenlijk al het gevoel dat ik docent Frans wilde worden. Dat liep helemaal anders, waardoor ik eerst in het toerisme en de werving en selectie heb gewerkt. Ik had nog veel te maken met het Frans in mijn vorige banen en de liefde voor de taal bleef. Op latere leeftijd begon het te kriebelen en toen dacht ik: wat als ik toch in het onderwijs was gaan werken? Dat ben ik gaan onderzoeken en in 2014 ben ik de lerarenopleiding gestart.”

We zijn nu tien jaar verder, waarvan je al zes jaar bij het Oscar werkt. Hoe bevalt dat?

“Op Oscar Romero is het erg fijn werken, de sfeer bij ons op school is best bijzonder. Het contact met collega’s is heel goed. Je kan iedereen aanspreken als je vragen hebt of als je iets niet weet. Ik zit ook in de organisatie van de personeelsvereniging en daar doen we leuke dingen mee. We organiseren onder andere pubquizzen en uitjes voor het hele personeel. Dat zorgt echt voor het wij-gevoel.”

Heb je ook veel contact met andere collega’s van Tabor College?

“Twee keer per week! We sporten met de collega’s van de drie locaties en het bestuursbureau bij Sportcentrum Hoorn. Of nou ja, met wie dat wil. Dat is een pittige training van een half uur, direct na het werk. Zo leer je ook mensen van andere scholen kennen. Maar je kunt tegelijkertijd ook alle andere lessen volgen daar, dus dat is hartstikke fijn.”

Hoe ziet jouw werkweek er voor de rest uit?

“Mijn werkweek, of eigenlijk het rooster, is nagenoeg hetzelfde. Ik werk vier dagen en ieder half jaar wordt er een nieuw rooster gemaakt, maar mijn werkweek zelf is altijd weer anders. Iedere week ben je met andere dingen bezig. We trainen de ene les op spreken, de andere les op luisteren en weer een andere les op lezen. Dat mixen we ook nog weer. Je hebt toetsweken, je hebt vergaderingen. Eigenlijk is geen enkele week hetzelfde.”

Hoe staat het ervoor met de begeleiding op het Oscar?

“De begeleiding vind ik heel goed. Zeker toen ik hier zes jaar geleden kwam werken. Dan is er een groep met nieuwe collega’s en dan word je door ervaren collega’s wegwijs gemaakt in de school. Er blijven altijd nog wel vragen over, maar dan hoef je maar een willekeurige collega aan te schieten en dan word je geholpen. Mochten er privé dingen spelen of zit je niet lekker in je vel, dan heb je ook nog de docentcoaches en vertrouwenspersonen. Ik heb zelf drie jaar lang een masterstudie gedaan en daar werd ik ook in gefaciliteerd door het Oscar, middels onder andere een opstroombeurs. Ik heb tijd gekregen voor mijn studie, ik mocht alle dingen in mijn lessen uitproberen en er werd regelmatig gevraagd hoe het ging. Dat soort dingen zijn gewoon heel erg fijn.”

Wat vind je zo leuk aan jouw werk?

“Het werken met pubers vind ik heel erg leuk. Ik heb eerst de tweedegraads opleiding tot docent Frans gevolgd en toen ik die had afgerond, dacht ik: ik ga nooit meer studeren. Ik heb een jaar in de onderbouw gewerkt en toen begon het alweer te kriebelen. Ik merkte eigenlijk aan mezelf dat ik meer uitdaging wilde en op een hoger niveau met de Franse taal bezig wilde zijn. Uiteindelijk heb ik dus toch nog voor de master gekozen. Nu vind ik het superleuk om zowel in de onder- als bovenbouw les te geven en de leerlingen mee te nemen naar vijf havo en zes vwo. Je ziet ze ook echt ouder worden, wijzer worden. Je groeit een beetje met ze mee en dat is heel bijzonder.”

En wat vind je minder leuk aan het werk?

“Minder leuk vind ik het vergaderen en het nakijken. Dat zijn gewoon dingen die moeten gebeuren. Dat zal per vak misschien wel verschillen, maar in mijn vak ben je ook bijvoorbeeld bezig met het nakijken van brieven. En ja, dan gaat er gewoon ontzettend veel tijd in zitten. Dat is wat minder, maar uiteindelijk gaat het erom dat ze ervan leren. En als je dan ziet dat het z’n vruchten afwerpt, dan is dat het gewoon allemaal waard.”

Wat voor grappigs heb je meegemaakt in jouw werk?

“In mijn werk maak ik heel veel grappige dingen mee. In eerste instantie dacht ik dat mijn overstap naar het onderwijs alleen maar om de Franse taal draaide, maar uiteindelijk bleek dat het werken met pubers daar een groter aandeel in had. Ik vind pubers ontzettend grappig. Aan de ene kant zijn ze ontzettend voorspelbaar en aan de andere kant komen er ook altijd hele onvoorspelbare dingen uit hun mond. Dus ja, eigenlijk maak je elke dag wel grappige dingen mee en dat zorgt vaak wel voor wat hilariteit in de lessen.”

Hoe belangrijk is die connectie met de leerlingen?

“In het begin van het jaar ben je vooral bezig met de pedagogiek en de band met de leerlingen. Ik heb eigenlijk al vanaf het begin gedacht: zonder aandacht voor pedagogiek, geen ruimte voor didactiek. Dat klinkt misschien vaag, maar je kan de leerlingen pas iets leren op het moment dat je een band met ze hebt. In het begin van het jaar vind ik het daarom belangrijk om niet meteen met de lesstof te beginnen, maar een beetje met elkaar te babbelen. Het liefst in het Frans. Een beetje kennismaken, kijken wie er bij je in de klas zit. En ook zodat ze mij een beetje kunnen leren kennen.”

Heb je tot slot nog een tip voor nieuwe docenten?

“Nieuwe docenten wil ik vooral meegeven dat ze het beste rustig aan kunnen starten. Je denkt in het begin misschien dat je al heel veel kan op vakgebied. Maar als je je klassenmanagement niet op orde hebt, kunnen je leerlingen ook niet goed leren. Dus je moet jezelf echt de tijd geven om dit vak te leren. Probeer met een kleine aanstelling te beginnen en je werkervaring uit te breiden. Neem de tijd om te reflecteren op wat je aan het doen bent in de klas en wat wel goed gaat, wat niet goed gaat. Ik merk dat startende docenten, of ze nou zij-instromer zijn of niet, graag snel en veel willen. En dat is denk ik de reden dat mensen vaak uitvallen, of het onderwijs gedag zeggen. Ze nemen, of krijgen, niet de tijd om het vak rustig aan eigen te maken. Die druk ervaarde ik binnen het Oscar Romero niet gelukkig.”

Video afspelen

Share:

Share

Word jij mijn collega?

Bij het Tabor College vinden we het belangrijk om respectvol samen te werken om zo te blijven leren en ontwikkelen en van en met elkaar te leren. Past dat bij jou?

Meer ervaringen

Pascal de Haas

"Ik wilde niet zomaar Geschiedenis geven. Juist het tweetalige aspect vind ik interessant."

Rolinda Sijm

"Ik vind het belangrijk dat leerlingen zich welkom voelen en dat ze altijd bij mij langs kunnen komen."

Younes Bekkaoui

"Probeer vooral geen rol te spelen. Leerlingen prikken daar heel makkelijk doorheen."
Tabor College bestaat uit drie locaties: